
Ja, het is alweer een half jaar geleden dat we op een donkere avond door een mij totaal onbekende wijk bij ons appartement aankwamen. We ploften neer op de bank in een huis waar niks van ons was en waar we alleen 2 koffers met kleding en een waterkoker met Delftsblauwe tafereeltjes mee naartoe genomen hadden. Aan de ene kant lijkt het zo kort geleden dat we nog gewoon in Leiden woonden, maar aan de andere kant zijn we hier al zo gewend dat het lijkt alsof we hier al tijden thuis zijn.
Van de week had Christo zijn collega’s uitgenodigd om te komen borrelen (we hebben zelfs Michela weten over te halen om een stukje pizza met ananas te proberen, hoe barbaars!) en op een bepaald moment ging iedereen op Google Street View de plek laten zien waar hij/zij vandaan kwam. We hebben het veldje gezien waarop Michela zonnebloemen groeit en alleen de kleinste weer uitzaait, zodat ze uiteindelijk zo klein mogelijke zonnebloemen krijgt. We hebben ook de 100 jaar oude fruitboom gezien in de tuin van Mauro, waar je volgens hem met 6 man omheen moet staan om de stam te kunnen omarmen. Hmmm.. echt? Nou ja, we geven hem het voordeel van de twijfel. Maar toen we de Narmstraat en de Beestenmarkt lieten zien, waar onze plantjes en Christo’s zonnepaneel nog op de foto stonden, voelden we iets vreemds. Heimwee? Ja, wel een beetje.
Ik schreef het 3 maanden geleden al, ik heb vooral heimwee naar hoe fijn het is om even met vrienden af te kunnen spreken en samen wat te eten, drinken of doen. In de eerste paar maanden was dat nog wat minder, ik denk omdat we het zo druk hadden gehad tot de verhuizing dat ik juist heel veel behoefte had om in m’n eentje te zijn. Maar de afgelopen maanden hebben we veel mensen op bezoek gehad en dat was zo gezellig dat je je een stuk eenzamer voelt dan eerst als iedereen weer naar huis is. Mijn vriendin Niki van Legambiente is inmiddels ook van Verona naar Rome verhuist en ze werkt daar nu als au pair. Supertof! Maar ik vind het ook wel jammer dat we nu niet meer half-Hongaars/Engels/Nederlands/brak Italiaans kunnen kletsen.
Ik schreef drie maanden geleden ook dat ik er vooral last van had dat niks hier makkelijk gaat. Dat is inmiddels gelukkig een stuk minder, vooral omdat we de meeste dingen nu wel geregeld hebben: administratief gezien, maar ook bijvoorbeeld in huis. Het huis voelt nu echt wel als helemaal van ons, alles heeft een plek en we hebben alle spullen die we nodig hebben (behalve een shampoorekje in de douche, maar hé, als dat alles is :P). Wat ook meehelpt is dat ons Italiaans beter is geworden. Dat merk je niet elke dag, maar ik schreef bijvoorbeeld dat we 3 maanden geleden nog best moeite hadden om een gesprekje te voeren en dat is wel veranderd. Christo’s collega Mauro drillt ons goed door steeds als we iets hebben verteld, bijvoorbeeld waarom we naar Italië wilden verhuizen, of waarom ik Michele met maar één l heet, te zeggen ‘En nu in het Italiaans!’. Oké Mauro, is goed. Het gaat ook steeds makkelijker om Italiaanse teksten te lezen. In het begin kreeg ik al hoofdpijn als ik naar een Italiaanse tekst keek, want het was voor mij een hele hoop geblaat waarin ik dan af en toe 1 woord herkende. Niet echt leuk om te lezen. Nu volg ik meestal wel de rode draad (bijvoorbeeld op Wikipedia) en soms begrijp ik echt wat er staat, wow!
En ineens krijg ik dan heel veel zin in bagels van de Bagels & Beans of een hazelnotenschuimgebakje of dat heerlijke non-communicatieve systeem van sushi bestellen op een tablet bij de Shabu Shabu. Ooo, de heerlijkheid. Maar dankzij onze geïmporteerde pindakaasvoorraad en kruidenrekje lukt het heel goed om hier lekker en niet altijd Italiaans te koken.
Sommige dingen zijn dus makkelijker geworden en andere wat lastiger. Alles bij elkaar denk ik dat ik nog steeds ongeveer evenveel heimwee heb als eerst, dus ik ben niet ontevreden. Christo heeft het naar zijn zin op de universiteit en hij leert de mensen daar ook steeds beter kennen (en zij hem), dus dat scheelt. Soms is hij wel een beetje gefrustreerd dat hij al een half jaar bezig is en nog steeds geen artikel geschreven heeft, maar meestal komen we dan tot de conclusie dat bijna niemand al na een half jaar een artikel heeft. En dan is alles weer in orde. Grote kans dus dat we het hier nog wel even volhouden!
Wat er ook gebeurd: altijd blijven bloggen 😉
Thanks, B!