
De titel zegt het al, ik ben op dit moment in Finland. Toegegeven, niet de beste tijd en als het aan mij zou liggen zou ik ook niet zonder Manja zijn gegaan. Ik ben hier voor een conferentie van de SE2B, het project waar mijn PhD onder valt.
Als er één dag in het jaar is waarop je schaamteloos naar mierzoete romantische comedy’s mag kijken, dan is het wel Valentijnsdag, toch? En als je dan nog een extra excuus nodig hebt: deze op en top Amerikaanse romcom schotelt je prachtige beelden voor van Verona, Sienna en Toscane. Superleuk om te zien voor wie er al geweest is en inspirerend voor iedereen die nog geen vakantieplannen heeft voor dit jaar.
Bijna ieder Italiaans feest heeft zo zijn eigen typische hapjes. En die moeten we natuurlijk allemaal uitproberen. Vooral nu met carnaval word ik daar heel blij van, want de carnavalshapjes voldoen allemaal aan deze twee kenmerken: vet en zoet. Kom maar door! Het leuke is dat de typische hapjes per regio verschillen, dus om jullie een beetje lekker te maken, hieronder wat plaatjes:
‘Ben jij vandaag met de auto gekomen?’
‘Haha, nee hoor, ik ben niet gek!’
‘Ah shit, ik ben wel met de auto, was even vergeten dat dat niet handig is.’
‘Nou, ik ben met de bus, dat kan ook nog best lastig worden vandaag.’
Geen idee wat hier aan de hand is? Nou, ik ook niet toen ik mijn collega’s dit gesprekje hoorde voeren gisterochtend. Wat blijkt? Het was gisteren ‘Venardì gnocolar’, wat Veronees dialect is voor ‘gnocchi-vrijdag’: de laatste vrijdag van carnaval. Het hele centrum is op gnocchi-vrijdag afgesloten vanwege de grote optocht met carnavalswagens, fanfares, majorettes en verklede groepen kinderen en volwassenen. Bussen worden omgeleid, wegen worden afgezet, alles is geblokkeerd, dus ik was maar blij dat ik op de fiets was. Dit filmpje geeft een impressie van de optocht van gisteren:
Je verjaardag vieren in Italië, Christo weet er alles van. Vorig jaar vloog hij op z’n verjaardag met opa Joop naar Verona om de sleutels van ons appartement op te halen en alvast allerlei nuttige dingen te regelen. Gisteren heeft hij op z'n Italiaans getrakteerd op zijn werk: pasticcini en bubbelwijn. De bubbelwijn mocht goedkoop zijn (volgens zijn collega Mauro proeven al die wetenschappers toch het verschil niet), maar de pasticcini moesten goed zijn en van de echte pasticceria bij ons om de hoek. En het liefst veel. Heel veel. Want professor Luca neemt tot wel 8 keer toe zijn laatste pasticcino en de anderen doen niet veel voor hem onder.