Vanuit Lorsch vertrekken we naar de Rijn en volgen die in de richting van Mainz. Onderweg zijn we een aantal keer gewaarschuwd dat het allemaal heel erg overstroomd is, maar het lijkt nu mee te vallen en alweer een beetje weggetrokken te zijn. Soms moeten we een stukje over overstroomde fietspaden trappen, dat gaat prima op blote voeten en gelukkig zijn onze Ortlieb tassen volledig waterdicht! Gelukkig staat het meestal heel duidelijk aangegeven als een pad onbegaanbaar is. Het is dan ook vooral belangrijk dat je dan gewoon luistert naar wat de borden zeggen en niet denkt dat je het beter weet of geen zin hebt om een omweg te nemen, anders zit je letterlijk tot je kuiten in het water te fietsen (heb ik al gezegd dat onze Ortlieb tassen waterdicht zijn?) ;).
We komen al verrassend snel aan in Mainz en besluiten nog een stukje door te trappen. Onderweg komen we nog twee mensen tegen die vanuit Strasbourg hiernaartoe zijn gefietst op een eenwieler, inclusief bepakking! In vergelijking is de tandem toch wel een extreme luxe! Uiteindelijk komen we na 100km uit in Bingen, een prachtig (toeristisch) stadje aan de Rijn waar we vanuit onze kamer uitzicht hebben op prachtige wijnvelden, de Rijn en een standbeeld ter ere van de Duitse eenwording (en het spoor...). We besluiten wat te gaan eten aan de Rijn en we zien de zon ondergaan onder het genot van een heerlijke rood wijntje.
De volgende ochtend voelen onze benen toch nog wel zwaar en we besluiten niet al te ver te fietsen. We fietsen langs allerlei kastelen en de Lorelei naar Koblenz waar we uiteindelijk besluiten om de trein naar huis te nemen. Het laatste stuk hebben we al wel eens eerder gefietst en we zijn na 1100km ook wel een beetje klaar met de zadelpijn en alle corona-regels die per regio verschillen. Nu zijn we weer lekker thuis en kijken we terug op een vermoeiende maar mooie reis! Volgende keer van Rome naar Verona?
Na een dagje rust en alle was weer gedaan te hebben, vertrekken we weer vanuit Ellwangen. De rustdag lijkt nog niet echt veel goed gedaan te hebben want onze benen voelen toch nog wat zwaar, gelukkig is de volgende camping niet al te ver (~60km). We komen aan in het mooie dorpje Künzelsau en nadat we de tent op hadden gezet, kwamen we mensen tegen die we op de vorige camping ook al zagen. Ze zijn van Nederland naar München gefietst en fietsen nu weer terug, hij op de gewone fiets en zij op de elektrische, ook een goed idee, maar doe ons toch maar de tandem. Künzelsau is een schattig dorpje en naast de camping is een groot terras wat constant gezelligs druk is en we besluiten om daar lekker makkelijk een Flammkuchen te eten.
Na een goede nachtrust gaan we verder en volgen we de Neckar in de richting van Heidelberg. We fietsen over mooie geasfalteerde fietspaden en zien veel kastelen. De benen zijn ondertussen weer helemaal fit en we trappen er flink op los.
Uiteindelijk komen we terecht op een van de vele campings aan de Neckar, met dezelfde mensen als ervoor! De dag erna vertrekken we en na een ochtendje flink doortrappen, komen we een Aldi tegen, gooien onze boodschappentas achterop helemaal vol met broodjes, pizzabroodjes en croissantjes en vertrekken richting het kasteel van Heidelberg.
Uiteindelijk besluiten we om in een Hotel in Lorsch te gaan, ten eerste omdat het zou gaan onweren en ten tweede om weer even een beetje goed bij te slapen in een echt bed! Na een pizza bij een Doner-tent gehaald te hebben, eten we deze op in een parkje van een oud klooster Lorsch. Het onweer in de nacht viel uiteindelijk reuze mee, maar we hebben wel lekker geslapen!
Het is duidelijk dat we de heuvels nog niet helemaal uit zijn, we gaan de hele dag een beetje heen en weer tussen de 400m en 600m hoogte en er zitten af en toe toch flinke stukjes steiging bij. Ergens zat er in mijn hoofd dat we na Augsburg goede kilometers zouden maken omdat de Alpen daar echt wel zijn afgelopen, ik had niet helemaal rekening gehouden met de 'Schwäbische Alb', waar we dwars doorheen gaan. De natuur is hier wel echt prachtig en af en toe komen we imposante kastelen en kloosters tegen, zoals in het dorpje Neresheim waar we gistermiddag echte Napolitaanse pasta hebben gegeten.
Eenmaal aangekomen op een superchille camping in Ellwangen besluiten we dan ook nog een rustdag te nemen om onze vermoeide benen even de tijd te gunnen om bij te komen.
We vertrokken in de stromende regen vanuit Roßhaupten en alles was al na 5 minuten compleet doorweekt, maar ik wist dat het goede weer ons tegemoet zou moeten komen, dus we trapten dapper door. We moesten stilletjes afscheid nemen van de alpen, want alles was in een dikke mist gehuld. Het weer leek echter ook niet beter te worden en zelfs een paar steile heuvels kregen ons uiteindelijk ook niet echt meer warm, volgens Manja kon ze zelfs een meer vullen met al het water wat in haar schoenen zat (ik denk dat ze het figuurlijk bedoelde). Rond twee uur, in de buurt van Epfach hoorden we ergens een fanfare-band, en waar fanfare is, daar zou toch ook warmte, gezelligheid en feestbier moeten zijn! Dat bleek gelukkig en er was nog precies 1 tafeltje vrij voor twee verzopen fietsers tussen gezinnen en vriendengroepen die zich in hun beste lederhose of dirndl hadden gehesen. Onder luide Beierse fanfare muziek, met een glas 'Festbier' en een flink bord 'Pilzenrahmsauce mit Knödel' und 'Wienerschnitzel' kregen we het uiteindelijk wel weer warm. Na zoveel vreugde en gezelligheid, kon het weer ook niet achterblijven, het werd droog en uiteindelijk ging de zon zelfs schijnen toen we in Königsberg aankwamen.
Reitsma pakt toch wel mooie wegen, dit is een oude spoorweg, dwars door de bossen en niet zoveel steiging
Na een goede nachtrust zonder regen, waren we vroeg klaar en gingen we verder over de 'Via Claudia Augusta' naar Augsburg. Daar was het toch wel weer even wennen om in een 'grote' stad te zijn na een week lang in de alpen en kleine bergdorpjes. Daarna gingen we echter weer over heuvels en dalen, door bossen en graanvelden in de richting van Koblenz. Het is hier ook echt mooi, maar na een week door de Alpen zijn we toch wel een beetje verwend denk ik.
Lekker lunchen met de Lidl
Uiteindelijk zijn we uitgekomen bij een camping in Dillingen an der Donau, ondertussen hebben we zo'n 620km weggefietst en we moeten nog ongeveer 800km. We liggen dus keurig op schema, terwijl de Alpen juist het zwaarste stuk zijn. We zijn duidelijk niet de enige meer op fietsvakantie, het kampeerveldje hier staat nu bomvol fietsers en vooral heel veel Nederlanders, gelukkig fietsen de meeste mensen naar Rome :p.
Na een heerlijk ontbijtje in Garni Bergheim, begonnen we aan de afdaling van Resia in de richting van de volgende pas, de Fernpass. Daarbij gingen we ook over de grens van Italië naar Oostenrijk, beetje teleurstellend was het wel dat ze ons helemaal niet vroegen om onze coronatesten....
Afdaling vanaf de Reschenpas
Het weer was niet echt fantastisch, af en toe wat flinke buien en het zicht was minder, maar het was gelukkig ook erg mooi om op de fiets tussen de bergen af te dalen.
Soms zat er toch nog wel even een flink heuveltje tussen
We wilden graag Nassereith halen, omdat we vanaf daar de volgende ochtend meteen met frisse benen de de Fernpass over zouden kunnen. Na de hele dag in de regen te hebben gefietst, besloten we dat we nog wel een nachtje luxe hadden verdiend en gelukkig was er nog een klein kamertje vrij (voor een gereduceerde prijs uiteraard) in hotel Seeblick in Nassereith. Dat beviel zo goed, dat we besloten dat we toch echt nog wel een rustdagje nodig hadden, daarbij hadden ze ons hier totaal niet om onze negatieve coronatesten gevraagd. Dat was op zich prettig, want die waren ondertussen niet meer geldig en we dachten in Duitsland geen testen nodig te hebben, maar onderweg hadden we gehoord van andere fietsvakantiegangers dat in Beieren de regels anders zijn en dat ze nogal streng controleren op negatieve testen van niet ouder dan 24uur. Een dagje rustig nadenken kan dan natuurlijk nooit kwaad, dus hebben we heerlijk een boekje kunnen lezen aan het meertje van Nassereith.
Boekje lezen (en veel eten) aan het meertje waar onze kamer ook zicht op had vanuit hotel 'Seeblick'
De volgende dag was het dan echt zover, we moesten de Fernpass over. Met de oude tandem was dit echt een zware tocht met weinig fietsen en veel duwen. Dit bleek met de nieuwe tandem toch wel iets makkelijker en ruim twee uur later, over kronkelende paadjes, onder middeleeuwse kasteelpoorten en langs echte Romeinse karrensporen (je fietst de 'via Claudia Augusta' niet voor niets) stonden we bovenaan de Fernpass. We waren toch wel trots dat we dit zo 'makkelijk' gered hadden met onze tandem en volle bepakking.
Daarna volgde afdaling richting Füssen, dit duurde nogal lang vanwege de mindere paden en constante regen die de paden er ook niet beter op maakten. Na Füssen ging het echter allemaal weer een stuk sneller en nadat we nog even snel een paar zelftesten ingeslagen hadden, zijn we helemaal verzopen aangekomen in Roßhaupten waar we deze uiteindelijk totaal niet hoefden te gebruiken... Morgen zou het weer gelukkig iets beter moeten worden!
Vandaag gingen we na een coronatest bij de apotheek op pad naar Resia. De test was gelukkig negatief, maar het begon wel meteen te regenen, dus we besloten om maar een tweede ontbijtje bij een bakkertje naar binnen te werken.
Second breakfast, Apfelstrüdel
Het weer in de bergen is gelukkig wisselvallig, dus even later regende het al wat minder en de zon scheen zelfs af en toe. In een toeristisch dorpje Glorenza, waar een prachtige middeleeuwse muur omheen staat, besloten we te lunchen, het eten was biologisch en vegetarisch en we kregen zelfgemaakte pasta. Daarna begon de echte klim naar Resia en die was niet mis, maar werd pas echt een beetje een domper toen het fietspad afgesloten was en we om moesten fietsen.
De omweg, met harde regen en veel tegenwind was wat minder. Je ziet wel de besneeuwde bergen op de achtergrond
Toch gingen we door en uiteindelijk kwamen we dan bij het meer van Resia waar de zon gelukkig weer even scheen, zodat we een beetje konden opdrogen en opwarmen. Verder hebben we ook nog even een heel brood weg gewerkt (second lunch). Het is bizar hoeveel eten je lichaam vraagt op zo'n dag...
Het kleinere meertje bij Resia
Na deze pauze zijn we doorgefietst naar Resia en hebben we een kamer in de Garni waar we een aantal jaar geleden ook waren. Na een heerlijke warme douche zijn we lekker gaan eten, om het vervolgens te laten zakken met een avondwandelingetje naar de bron van de Adige, ook wel de 'Etschquelle' of 'Sorgente dell'Adige'.
Gisteren scheen de zon nog volop, dus na een frisse duik en een licht ontbijtje gingen we op weg naar Bolzano, ik dacht dat het een klein stukje was, hemelsbreed was dat ook zo, maar de heuvels die ertussen zaten waren toch wel even aanpoten. Gelukkig ging dat prima en na een klim naar 400m konden we via een oude spoorlijn afdalen langs Bolzano in de richting van Merano waar het uiteindelijk 34 graden bleek te zijn, tijd voor een ijsje dus.
bananensplit in Merano
Merano is echt een prachtig stadje midden tussen de bergen met een mooie rivier dwars door de stad. En omdat Merano in de regio Alto Adige ligt, een van de rijkste regios van Italië, ziet alles er spik en span uit en waan je je af en toe in een sprookje van de Efteling.
De weg vlak voor de klim, toen kon ik nog een foto maken...
In Merano beginnen de Alpen dan ook echt en we wisten van de vorige keer, toen we met de oude tandem van Augsburg naar Verona gingen, dat we even na Merano een steile klim voor de boeg hadden. We waren hier toch wel bang voor, maar omdat het 's ochtends zo goed ging, wilden we het wel proberen. Het was bloedheet en we werden links en rechts ingehaald door mensen op elektrische fietsen of een enkele wielrenner, maar in ons laagste verzet lukte het prima om onszelf, de tandem en de bepakking omhoog te trappen.
Na ruim 300m steiging, lijkt het allemaal toch wat minder hoog dan het voelt 😉 In de verte zie je Merano, we kwamen uit het dal daar rechtsEven het water weer aanvullen
Na een korte pauze en het aanvullen van al het water, besluiten we om nog even door te fietsen naar Schlanders. Daar is een apotheek waar we een antigeen sneltest kunnen laten doen voor we de grens overgaan naar Oostenrijk. Vanaf hier is het nog 50km en 800m steiging naar de grensovergang bij Lago di Resia (het meer met de kerktoren). Aangezien de test beperkt geldig is, hebben we niet al teveel tijd om door Oostenrijk heen te fietsen naar Duitsland, we besluiten om een rustdag te nemen, zodat we straks hopelijk in drie dagen twee passen en 200km kunnen wegtrappen. Voor nu doen we lekker rustig aan, is het weer inmiddels een stuk koeler en zitten we droog in ons tentje!
Het is zondag, alles is dicht, dat betekent ongeneerd bunkeren bij alle restaurantjes die je kunt vinden! Het grote voordeel van fietsvakantie, is dat je zelfs bij terugkomst niet op dieet hoeft. Het begon met frühstück op de camping, want hoewel we nog steeds in Italië zijn, komt de Duitse taalgrens bij Salorno/Salurn steeds dichter bij.
Manja was er na een cappuccino en twee kopjes thee weer helemaal klaar voor
Gelukkig spreken ze na de taalgrens ook nog een beetje Italiaans, want als ik Duitse woorden probeer te maken, wordt het toch vaak een mengelmoesje van Nederlands, Engels, Italiaans en Duits, op de een of andere manier gaat mijn brein bij Duits op slot en haalt dan ineens alles door elkaar.
Het eten is na deze taalgrens dan ook een soort mengelmoes van de Oostenrijkse en Italiaanse keuken, wat meestal wel goed uitpakt!
Een lekker lunch met spaghetti al ragù en een pasta pesto met gerookte kaas
Na onze lange dag van gisteren, besloten we vandaag iets rustiger aan te doen en hadden we een camping op het oog bij de Kalterer See/Lago di Caldaro. Onderweg kwamen we steeds meer jonge fietsvakantiegangers tegen en we werden regelmatig begroet met Servus, een teken dat er steeds meer Oostenrijkers richting het Gardameer fietsten. Dat is misschien ook niet zo raar, want de regels in Italië zijn een stuk soepeler dan in Oostenrijk voor iedereen die (nog) niet volledig gevaccineerd is. Bij aankomst in Italië moet je een online formulier invullen en een negatieve test overleggen, buiten het feit dat die bij ons totaal niet gecontroleerd zijn, ben je daarna redelijk vrij om te doen en laten wat je wilt (met mondkapje). In Oostenrijk moet je een recente negatieve test laten zien bij elke overnachting of als je naar een restaurant gaat, dat is toch wel zuur als je nog niet volledig gevaccineerd bent. Gelukkig is testen daar bijna overal gratis, ook voor toeristen! De camping bij de Kalterer See bleek een goede keus en om 15:00 lagen wij heerlijk te spartelen in dit prachtige meertje.
Ik wilde al jaren een keer naar Rome fietsen, maar dat vergt natuurlijk wat planning. Vorig jaar waren we er helemaal klaar voor, maar de wereld duidelijk nog niet. Na een jaar huilen, ben ik er eindelijk overheen dat we de reis in delen opsplitsen. We beginnen in Verona en fietsen terug naar Nederland via de Claudia Augusta over de alpen naar Augsburg waarna we Reitsma's Rome route volgen naar Nederland. Een andere keer (vooral niet in Juli of Augustus) fietsen we dan van Rome via Toscane naar Verona.
Onze tandem is ondertussen al aangekomen in Verona met Care4Luggage (zeker aan te raden voor als je nog is een keer wat spullen/fietsen moet laten vervoeren) en nu wij nog. We hebben de nachttrein in Utrecht gepakt en stappen dan de volgende ochtend uit in Innsbruck, daar stappen we over op de trein naar Verona.
De nachttrein is voor mij een fantastische nieuwe ervaring en voor Manja een feest van herbeleving. Na een broodje groenteschnitzel en wat worteltjes hebben we ons bedje klaar gemaakt en zijn we lekker gaan slapen. Of nouja, beetje wegdutten afgewisseld met naar buiten kijken. Vliegen gaat misschien een stuk sneller (en is helaas een stuk goedkoper), maar met de (nacht)trein is de reis een deel van je vakantie!
Wandelen door uitgestrekte natuurgebieden, flaneren langs de oevers van het Gardameer en wijn proeven in de Valpolicella: in Veneto kan het allemaal. De regio is het meest bekend vanwege de hoofdstad Venetië, maar je kunt er ook andere prachtige steden bezoeken zoals Verona en Padova. Zelfs skiën behoort tot de mogelijkheden in de Dolomieten rondom Belluno. De 10 mooiste plekken van ‘mijn’ regio Veneto zet ik hier voor je op een rijtje.
Verona by night
1. Venetië en Chioggia
Als je het hebt over de tien mooiste plekken van Veneto, dan kun je niet om Venetië heen. Het beroemde San Marco-plein met uitzicht over de Adriatische zee, de San Marco-basiliek vol met schitterende gouden mozaïeken en de bekende Rialto-brug over het Canal Grande, het zijn allemaal toppers die je niet mag missen.
Winterzon in Venetië
Maar waar Venetië ook om bekend staat, is dat het er altijd zo ontzettend druk is. Zozeer dat de stad er vanaf deze zomer toe overgaat om alle dagjesmensen entreegeld te vragen. Deze kosten kun je ontlopen door een nacht in de stad te verblijven en dat is niet de enige reden om deze optie te overwegen. Rond een uurtje of vier gebeurt er namelijk iets magisch in Venetië. Waar je de hele dag hebt lopen dringen door de smalle straten, loopt de stad nu langzaam maar zeker leeg. In de vroege avond merk je ineens dat je helemaal alleen op een pleintje staat. Een verademing na alle drukte en chaos van overdag! Zo zie je Venetië pas echt zoals de inwoners haar kennen.
Heb je geen zin in al die drukte? Dan is een bezoek aan Chioggia een goed alternatief. Dit stadje ligt net als Venetië op een eiland in de Laguna Veneta. Het is een populaire vakantiebestemming voor Italianen vanwege de charmante bruggetjes over de kanalen en de kleurrijke straatjes. Chioggia wordt niet voor niets ‘klein Venetië’ genoemd. Bijkomend voordeel is dat het strand van Sottomarina in de buurt is. Een kwartier lopen en je kunt op je handdoekje gaan liggen. Heerlijk!
Het Canal Vena in Chioggia (c) Wikimedia Commons, Didier Descouens
2. Verona
Verona is mijn eigen stad, dus misschien ben ik bevooroordeeld, maar voor mij is Verona de mooiste stad van heel Noord-Italië. Een gedurfde claim, maar als je met een heerlijke Aperol-Spritz in de zon op het Piazza delle Erbe zit en je kijkt naar de prachtig beschilderde middeleeuwse huizen waar de gestreepte Torre dei Lamberti bovenuit torent, dan kun je denk ik niet anders dan het met me eens zijn.
Verona gezien vanuit het Romeinse theater
Daarbij heeft Verona voor elk wat wils. De kunstliefhebbers kunnen terecht bij het museum van Castelvecchio of mijn favoriet, de monumentale graven van de middeleeuwse heersersfamilie Della Scala: de Arche Scaligere. Ook liefhebbers van architectuur komen niets tekort. De San Zeno-kerk is een van de mooiste voorbeelden van romaanse architectuur in heel Italië en de indrukwekkende Romeinse Arena is nog in zo’n goede staat dat er elke zomer het wereldberoemde operafestival wordt georganiseerd.
Ook voor natuurliefhebbers heeft Verona veel te bieden. De siertuin Giardino Giusti wordt beschouwd als een van de mooiste renaissancetuinen van heel Europa. Deze groene oase ligt net buiten het centrum en biedt vanaf het hoogste punt een schitterend uitzicht over de stad. Daarbij kun je een mooie rondwandeling maken langs de oude stadsmuren door het stadspark Parco delle Mura. De afwisseling tussen de stadsmuren en het groen, het water van de rivier de Adige en de stenen stadspoorten, mij verveelt het nooit.
De Giardino Giusti in Verona
3. Lessinia en de Monte Baldo
Wie meer verlangt naar puur natuur, hoeft vanuit Verona ook niet ver te zoeken. Ten noorden van de stad zie je de heuvels al liggen die het begin vormen van een natuurgebied van meer dan 10.000 hectare: het regionale park Lessinia. Hier kun je prachtige bergwandelingen maken, lokale gerechten zoals de Monte Veronese-kaas eten bij de malga (berghut) en genieten van de mooie natuur. Ook kun je een bezoekje brengen aan het Parco delle Cascate in Molina, waar je omgeven wordt door frisse watervallen, stroompjes en groen. Een fijne plek om af te koelen op een hete dag.
Parco delle Cascate in Molina
Ook lekker fris is het op de Monte Baldo. Met een hoogte van 2218 meter is het Monte Baldo-massief tussen Verona en het Gardameer een van de hoogste gebieden van Lessinia. De top kun je gemakkelijk bereiken met de kabelbaan vanuit Malcesine, een dorpje aan de oostoever van het Gardameer. Dat is niet goedkoop (in het hoogseizoen kost een retourtje al gauw 22 euro), maar het uitzicht over het Gardameer is spectaculair en het wandelplezier of skiplezier in de winter is absoluut de moeite waard.
4. Het Gardameer: Lazise, Bardolino en Peschiera
Midden door het Gardameer loopt de scheidslijn tussen Lombardije en Veneto, waardoor bijna de hele oostkust van deze bekende vakantiebestemming tot de regio Veneto behoort. Aan de Veneto-kant van het Gardameer vind je veel leuke dorpen, die in het hoogseizoen razend populair zijn onder Nederlandse en Duitse toeristen. Denk bijvoorbeeld aan Peschiera del Garda, waar je niet alleen kunt flaneren over de boulevard, maar ook het indrukwekkende Venetiaanse fort kunt bewonderen dat sinds de 16e eeuw de zuidkant van het meer bewaakt.
Fietsen naar Peschiera
Mijn favoriete dorpen aan het Gardameer in Veneto zijn Bardolino en Lazise. Vanuit Verona zijn ze gemakkelijk te bereiken, zelfs op de fiets. In Lazise (als een echte Italiaan spreek je het uit als Laadziesuh) kun je eerst heerlijk wandelen door het middeleeuwse centrum en het kasteel en de oude stadsmuren bekijken, waarna je met een ijsje neer kunt ploffen op een bankje met schitterend uitzicht op het Gardameer. Ook zwemmen behoort tot de mogelijkheden, zowel in Bardolino als Lazise zijn meer dan genoeg grasvelden om je handdoekje uit te spreiden. Bardolino heeft dan weer als voordeel dat het in een bekend wijngebied ligt en het zelfs zijn naam heeft gegeven aan de Bardolino-wijn. De prachtige omgeving vol uitgestrekte wijnvelden en natuurlijk de vele cantine waar je verschillende Bardolino’s kunt proeven, maken het dorp tot een topbestemming.
Het uitzicht op het Gardameer vanuit Pai (fotocredits: Naomi)
5. Valeggio sul Mincio
Ben je op vakantie in Peschiera of in de mooie stad Mantua, dan moet je zeker ook een uitstapje maken naar Valeggio sul Mincio. Dit dorpje aan de rivier de Mincio is een van de mooiste plekken in de Veneto-regio dankzij de pittoreske huisjes aan de waterkant en de imposante middeleeuwse fortificaties. Zo vind je in de wijk Borghetto de nog volledig functionerende middeleeuwse brug, de Ponte Visconteo, en op een hoge heuvel net buiten de stad schittert het Castello Scaligero, dat in de 13e eeuw gebouwd is door de heersersfamilie Della Scala.
Castello Scaligero in Valeggio
Ook de moeite waard is het natuurpark Sigurtà, een soort Keukenhof, maar dan op z’n Italiaans. Je ziet misschien niet zulke uitgestrekte tulpenbedden als in Nederland, maar je hebt wel uitzicht op het Castello Scaligero midden door de rijen cipressen en bloeiende rozenhagen. Dat kunnen ze in Lisse dan weer niet zeggen. En ben je uitgewandeld, dan is het tijd voor een heerlijk bord tortellini, die in Valeggio zijn uitgevonden.
Sigurta
6. Padua
Padua (Padova in het Italiaans) ligt midden in de provincie Veneto, tussen Vicenza en Venetië. Kunstliefhebbers bezoeken deze stad in groten getale om de Scrovegni-kapel te bekijken. De beroemde Florentijnse schilder Giotto heeft de wanden en het plafond van dit kleine kerkje prachtig versierd met fresco’s die onder andere het leven van Jezus en Maria uitbeelden.
Padova - Torre dell'Orologio
Padua is ook een prachtige stad om doorheen te wandelen. Maak zeker even een rondje om het prachtige Palazzo della Ragione: het enorme middeleeuwse gemeentehuis van Padua. Het gebouw is zo groot dat het niet één maar twee marktpleinen naast zich heeft liggen, aan de ene kant Piazza delle Erbe en aan de andere kant Piazza dei Frutti. Een ander mooi plein is het Piazza dei Signori, waar je de klok kunt horen slaan vanuit de Torre dell’Orologio, dat nog steeds functioneert op een 15e eeuws mechanisme.
7. Falcade en de Dolomiti Bellunesi
Ook het Noorden van de regio Veneto mogen we niet vergeten, want daar vind je het nationale park van de Dolomiti Bellunesi dat door UNESCO is uitgeroepen tot werelderfgoed. Dit bergachtige gebied is zowel in de zomer als in de winter een geweldige bestemming. In de zomer kun je mooie bergwandelingen maken langs heldere stroompjes en door groene bossen en vlaktes. In de winter brengen de grillige bergtoppen veel skiplezier, onder andere in het immens populaire skigebied Cortina d’Ampezzo.
Wandelen in Falcade, net nep, toch? En zie je mij op het bruggetje?
Ben je op zoek naar wat meer rust, dan kun je ook het skigebied bij Falcade overwegen. In dit middelgrote gebied vind je allerlei soorten pistes, van blauw tot zwart, in een prachtig landschap. Je moet hier niet naartoe gaan voor de après-ski, maar om rustig te skiën en lekker te eten op de piste. Een uitstapje naar Canazei om een dagtocht over de Sella Ronda te maken behoort ook tot de mogelijkheden. Ook ‘s zomers is Falcade een goede bestemming voor wandelaars: vanaf camping Eden loop je zo de bergen in en kun je gaan genieten van puur natuur met nauwelijks andere toeristen, zelfs in augustus.
8. Valpolicella
De Valpolicella, wat een prachtig gebied is dat toch. De uitgestrekte wijngaarden, de schattige dorpjes met op elke heuvel een eigen kerktoren en de beste wijn van heel de Veneto-regio. Dat is bewezen. Of nou, eigenlijk niet, maar vraag een willekeurige inwoner van Verona naar de beste wijn van Veneto en het antwoord is 99% zeker: Valpolicella.
Midden in de wijngaarden van de Valpolicella
Men zegt dat de naam Valpolicella afgeleid is van de vele wijnkelders (poli cella) die er te vinden waren, maar dat lijkt een mythe te zijn. Waarschijnlijker is het dat de naam een verkorting is van het Latijnse vallis pulicellae, wat ‘vallei van de zandafzettingen’ zou moeten betekenen: een verwijzing naar de vele heuvels en riviertjes door het gebied. Hoe het ook zij, in de Valpolicella zijn inmiddels wel vele wijnkelders te vinden, waar de donkerrode Valpolicella Classico, Superiore, Ripasso en de beroemde Amarone gemaakt worden. Ook de dessertwijn Recioto geniet een grote populariteit in de regio.
9. Montagnana
Montagnana is een van de officiële ‘Borghi più belli d’Italia’, oftewel een van de mooiste dorpjes van Italië. En terecht, want het dorp heeft een van de best bewaarde middeleeuwse stadsmuren van Europa. Als je de oude brug over de brede, tegenwoordig lege slotgracht oversteekt, voel je je even helemaal terug in de tijd. Schattige straatjes afgewisseld met imponerende middeleeuwse torens en heerlijke lokale specialiteiten: een dagje Montagnana is puur genieten.
De stadsmuren van Montagnana (c) Wikimedia Commons, Zavijavah
Wat je in Montagnana zeker moet proberen is de prosciutto crudo, smakelijke rauwe ham uit de regio. Deze wordt vaak geserveerd als antipasto, al dan niet in combinatie met de lokaal geproduceerde zoete meloen uit Montagnana. Heb je genoten van dit voorgerecht? Dan zou je als hoofdgerecht ook eens bigoli moeten proberen, dikke spaghetti gemaakt met ei die typisch zijn voor de Veneto-regio. Deze pasta is heerlijk met allerlei soorten saus, van eenden- of ezelragout tot tomatensaus. Probeer het uit bij Ristorante Le Mura met uitzicht op de stadsmuur of bij Hosteria La Rocca naast de middeleeuwse toegangspoort.
Prosciutto Crudo in Montagnana
10. Colli Euganei
Als laatste wil ik nog een plek in Veneto noemen waar ik zelf nog nooit ben geweest, maar waar ik wel heel graag een keer heen zou willen. Een mens moet blijven dromen, niet? De Colli Euganei (Euganische heuvels) is een heuvelgroep met vulkanische oorsprong ten zuidwesten van Padua. Sinds 1989 is dit gebied een regionaal park dat 81 heuvels omvat die abrupt oprijzen uit het vlakke landschap waar het zuiden van de Veneto-regio bekend om staat.
Arqua Petrarca in de Colli Euganei (c) Wikimedia Commons, Alain Rouiller
In de Colli Euganei ligt het dorpje Arquà, ook een van de officiële ‘mooiste dorpjes van Italië’, dat tegenwoordig Arquà Petrarca genoemd wordt, naar de beroemde Italiaanse schrijver die er de laatste jaren van zijn leven doorbracht. Je kunt hier ook Petrarca’s huis bezoeken, waarin tegenwoordig een klein museum aan hem gewijd is. Verder bieden de Colli Euganei verschillende wandel- en fietsroutes over de groene heuvels en langs pittoreske dorpjes. Allemaal goede redenen om deze plek op mijn verlanglijst te zetten.
Deze blog heb ik eerder gepubliceerd op ditisitalie.nl, het online Italië-magazine met Italiënieuws, leuke verhalen, wetenswaardigheden, tips, recepten, campings, vakantiehuisjes, reizen en van alles meer over Italië.