Als je een liefhebber bent van rode wijn en je wilt jezelf een groot plezier doen, dan moet je absoluut een keer wijn komen proeven in (de buurt van) Verona. Tussen de stad en het Gardameer ligt namelijk het beroemde Valpolicella-wijngebied en ik kan oprecht zeggen dat ik nog nooit een Valpolicella-wijn heb gedronken die niet lekker was. En dat wil wat zeggen, want we hebben er al heel veel geproefd in de twee jaar dat we hier nu wonen. Maar waar kun je die lekkere Valpolicella proeven in Verona? Ik zet alle opties voor je op een rijtje en vertel waar wij uiteindelijk voor gekozen hebben.

Heb je geen auto of Bob tot je beschikking? Dan kun je in de stad bij elk restaurantje of bar wel een Valpolicella bestellen om te proeven. Als je niet precies weet welke variant je moet kiezen, dan kun je Christo’s blog over de verschillende soorten Valpolicella een keer bekijken. Of probeer ze allemaal een keer: de Classico, Superiore, Ripasso, Amarone en de dessertwijn Recioto. Wil je niet gewoon af en toe een glaasje, maar alle verschillende soorten op één plek proberen? Dan kun je terecht bij de Osteria del Bugiardo, de ‘herberg van de leugenaar’.

Rare naam, vind je niet? Er zit een grappig verhaal achter. Toen de cantina Buglioni, die de Osteria del Bugiardo runt, pas net begonnen was, vroegen ze een sommelier om hun eerste Ripasso te proeven. De sommelier proefde en vond het een lekkere Amarone. Toen ze hem vertelden dat het een Ripasso was, die dus alleen een paar weken in de vaten van de Amarone heeft gezeten, riep de sommelier uit ‘Dan is deze wijn wel een hele goede leugenaar!’. En sindsdien heet de Ripasso van deze cantina Il Bugiardo, de leugenaar. Ondanks dat de cantina zelf in San Pietro in Cariano middenin de Valpolicella ligt, kun je de Bugiardo middenin het centrum van Verona proeven bij de Osteria del Bugiardo, naast Piazza Erbe. Je kunt er ook alle andere Valpolicella-varianten krijgen en je kunt er ook eten als je wilt. Meestal is het behoorlijk druk, dus van tevoren reserveren kan handig zijn.
Misschien lijkt het je juist wel leuk om even buiten het centrum van Verona te kijken hoe een cantina er van binnen uitziet en om wat meer te weten te komen over hoe de wijn gemaakt wordt. Dan kun je het beste naar Corte San Mattia gaan. Deze wijngaard/agriturismo ligt op de heuvels boven Verona, dus dichterbij de stad kun je het niet krijgen. Wel zo handig! Een mooie bonus is het schitterende uitzicht over de stad van bovenaf. Voor 25 euro krijg je een tour en mag je de verschillende wijnen proeven. Ze spreken Engels en je kunt er vanuit het centrum in 20 minuten komen met bus 70 of 95. Op de site staat dat het een half uurtje lopen is vanuit de stad, maar dat lijkt me wat optimistisch, gezien hoe hoog en steil de heuvels zijn. Maar misschien kun je na al die wijn wel een verfrissend wandelingetje gebruiken, dan kan het natuurlijk altijd nog 😉

Of wil je liever de uitgestrekte wijngaarden van het Valpolicella-gebied te bekijken en daar de wijn proeven? Dan kun je ook deelnemen aan een georganiseerde ‘wine tour’. Je wordt dan opgehaald en naar één of meerdere cantina’s gebracht om daar te genieten van de verschillende Valpolicella-wijnen. Wij hebben zelf nog nooit een ‘wine tour’ gedaan, maar ik zag met een beetje googlen dat verschillende organisaties deze mogelijkheid bieden vanuit Verona.
Als laatste is zelf met de auto de Valpolicella inrijden en een Bob meenemen natuurlijk ook een optie. De Valpolicella ligt ten noordwesten van Verona en bestaat uit zeven gemeenten: Negrar, San Pietro in Cariano, Sant’Ambrogio di Valpolicella, Fumane, Marano di Valpolicella, Pescantina en Sant’Anna di Alfaedo. Overal waar je komt in dit gebied zie je bordjes naar wijnproeverijen en cantina’s, dus je kunt gewoon lekker op z’n Italiaans gaan rijden en kijken waar je uitkomt.

Ik had wel van tevoren even zitten googlen en was via de Italiaanse Groupon bij Le Bignele uitgekomen, een prachtige wijnboerderij in Marano. Ze boden voor 13 euro een wijnproeverij voor twee personen aan, wat me wel erg goedkoop leek, maar we zijn het gewoon gaan proberen. Op de tandem zijn we de heuvels bij Negrar ingetrokken. Dat vond Christo heel leuk, want we moesten over hele steile, onmogelijke zand- en grindpaden fietsen, maar ik vond het achteraf gezien wel een beetje te heftig. Daarom zijn we de volgende keer, toen we met Hans en Irene gingen, lekker met de auto gegaan.

Aangekomen bij Le Bignele werden we vriendelijk ontvangen en mochten we rondkijken in de wijnkelder en waar de druiven gedroogd werden. We kregen ook een uitleg over de verschillende soorten Valpolicella en hoe ze gemaakt werden. Daarna mochten we alle vijf de wijnen die Le Bignele maakt proeven, gecombineerd met stukjes Monte Veronese kaas. Echt heerlijk! Nu ik het zo opschrijf, kan ik niet wachten om nog een keer te gaan. Mijn favoriet was de Ripasso, een stevige wijn voor bij het hoofdgerecht, die gerijpt is op de vaten van de Amarone en daar de smaak een beetje van heeft overgenomen. Christo’s favoriet daarentegen is de Amarone zelf, de meest smaakvolle en duurste wijn die er in het gebied geproduceerd wordt. Dit zijn alle wijnen die we geproefd hebben:
Sulà - Rosso Verona I.G.T.
Valpolicella Classico Superiore D.O.C
Amarone della Valpolicella Classico D.O.C.G.
Valpolicella Classico Superiore “Ripasso” D.O.C.
Recioto della Valpolicella Classico D.O.C.G.

Daarna mochten we nog even flink losgaan op de bestellijst, want wie wil er niet voor onder de 20 euro een heerlijke fles Amarone mee naar huis nemen. Sowieso een slimme strategie om mensen eerst dronken te voeren en ze dan beslissingen te laten nemen over hoeveel wijn ze willen kopen. Ja, dat loopt regelmatig uit de hand. Maar ze geven je zeker geen slechte deal, dus je zult in de weken na de proeverij nog veel plezier hebben van de overdreven hoeveelheid wijn die je gekocht hebt.
