
Het zweet spetterde uit m’n oksels. Ik zat in een klein kantoortje met drie nieuwsgierige Italianen voor m’n neus. ‘Het is makkelijker als we Italiaans praten, want mijn Engels is niet zo goed,’ zei Chiara. ‘Ehm, oké, ik ga het proberen, maar mijn Italiaans is ook niet goed…’ Wat kost dat veel energie, luisteren naar een taal die je niet goed kent, proberen de rode draad enigszins te volgen en dan ook nog op het juiste moment te reageren met woorden die ergens op slaan. Het kostte zelfs zo veel inspanning dat ik letterlijk al m’n kleren in de was kon gooien toen ik thuis kwam.
Ik zat in het kantoortje van Legambiente Verona, de vrijwilligersorganisatie die zorg draagt voor het onderhoud van een gedeelte van het parco delle mura en ook kleine kerkjes voor publiek opent waar je anders niet meer naar binnen zou kunnen. Ik had de organisatie op internet gevonden, ze een berichtje via Facebook gestuurd en ik mocht dezelfde week langskomen. Chiara is de manager van de vrijwilligers en gelukkig sprak ze heel duidelijk en langzaam Italiaans. Het lukte om af te spreken dat ik vanaf nu elke maandag- en woensdagochtend kom helpen met tagliare l’erbe, oftewel gras knippen 😛
We staan onder leiding van Aldo, een gepensioneerde, actieve Italiaan. Je merkt dat hij vaker met buitenlandse vrijwilligers heeft gewerkt, want meestal maakt hij met handgebaren en 1 woord duidelijk wat hij van je wil. Supereffective! Aldo is gek op planten en hij drukt ons steeds op het hart om de planten niet te pestare (platstampen/pletten, hier komt ook het woord pesto vandaan, wow!). Aldo heeft ook een klein tuintje achter een afgesloten hek in het parco delle mura. Hij neemt ons daar vaak mee naartoe om alle planten en bomen aan te wijzen en te vertellen hoe ze heten in het Italiaans. Echt heel lief 🙂
Behalve alle mannen die in het park werken (jong en oud door elkaar), zijn er ook 2 meiden: Diana uit Portugal en Niki uit Hongarije. Zij doen hier sinds september vrijwilligerswerk en je merkt dat zij het Italiaans al bijna helemaal verstaan en zich ook al behoorlijk kunnen uitdrukken. Ik hoop dat ik dat uiteindelijk ook ga kunnen! Maar zelfs nu, na 2 weken, merk ik al dat het beter gaat. Op de foto zie je verder Luca en Nicolò, twee echte Italianen hier uit de buurt. Voor zover ik het begrepen heb, zijn ze afgestudeerd en op zoek naar werk in hun vakgebied, maar dat is met alle jeugdwerkloosheid hier nog niet makkelijk. Ze doen dit vrijwilligerswerk dus om zich nuttig te maken in de tussentijd en geen gat in hun CV te hebben. Best wel tof!
We zijn lekker bezig met het bijknippen van de bomen en het sleuren met afgeknipte takken, omdat binnenkort de funicolare geopend wordt. Dat is zo’n hip kabelbaantje waarmee alle toeristen straks zonder moeite de berg bij Castel San Pietro op kunnen komen. En alles moet er natuurlijk piekfijn uitzien voor de opening. Verder maken we elke week een rondje over de berg met Aldo in het kleine vrachtautootje, zodat we alle vuilniszakken kunnen vervangen en troep kunnen opruimen. Echt stoer, want de weg is niet echt vlak te noemen en het vrachtautootje niet echt stabiel, dus het voelt net alsof je in een achtbaan zit die een paar loopings aan het maken is.
Dit is dus weer heel wat anders dan Italiaans leren uit een boekje, maar ik leer superveel en ik vind het leuk om de Italianen te ontmoeten en te proberen een gesprekje te voeren over bijvoorbeeld de nieuwe film van Pirati dei Caraibi (die je overigens alleen in Milaan en Rome in de Engelse versie kunt kijken) 😉
Superstoer Manja, ik kan me de zweetspetters goed voorstellen! Wat leuk dat je vrijwilligerswerk hebt gevonden, en ook nog met plantjes, wat zal Christo ook trots zijn 😉
Haha 😀 Dankjewel, Bon! xx