Bijna ieder Italiaans feest heeft zo zijn eigen typische hapjes. En die moeten we natuurlijk allemaal uitproberen. Vooral nu met carnaval word ik daar heel blij van, want de carnavalshapjes voldoen allemaal aan deze twee kenmerken: vet en zoet. Kom maar door! Het leuke is dat de typische hapjes per regio verschillen, dus om jullie een beetje lekker te maken, hieronder wat plaatjes:
En weet je wat nog leuker is? Dat áls de hapjes een keer wel in iedere regio hetzelfde zijn, worden ze overal anders genoemd. En niet een beetje anders, maar echt een heel ander woord. Dit hapje staat in Verona bijvoorbeeld bekend als sòssole.

In de rest van Veneto daarentegen staan ze bekend als galàni, in de Marken als sfrappe, op Sardinië als maraviglias, in Molise als cunchielli', in Friuli als cróstui, in Piemonte en Ligurië als bugie, rond Florence als cenci en in veel andere delen van Italië als chiacchiere, frappe of cróstoli. Hier de hele lijst. Verwarrend? Ja, wel een beetje. Maar vooral heel lekker! De smaak en vorm doen mij denken aan de onderkant van een tompoes, maar dan gefrituurd. En frituren maakt alles beter 😉
Een andere dolce (= zoet hapje) die je in Verona nu veel ziet is de frittella, een klein oliebolletje. Ze zijn er in allerlei soorten: met room, met niks, met rozijnen, met glazuur in allerlei kleuren, met glazuur én room, met room én rozijnen of met appel. En omdat ze ongeveer een kwart van een gewone oliebol zijn qua formaat, kun je ze rustig gewoon allemaal proberen!

Daar gaan je goede voornemens.
Nom nom nom!