Als je een museum wilt bezoeken in Rome, dan zijn de Vaticaanse Musea de eerste keuze. Geen enkel ander museum in de stad kan op tegen deze enorme imponerende collectie met onder andere de Laocoön-groep, de Stanze van Rafaël en de prachtige plafondschildering van Michelangelo in de Sixtijnse kapel.
De Capitolijnse Musea zijn een goede tweede met het ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius, de stervende Galliër, de bronzen wolvin met Romulus en Remus en nog veel meer.
Maar misschien heb je deze musea allebei al bezocht of heb je een hekel aan drukke musea (want druk is meestal nog een understatement voor de Vaticaanse Musea en de Capitolijnse kunnen er ook wat van). Dan wordt het tijd om de vier afdelingen van het Museo Nazionale Romano te bezoeken en (bijna) in je eentje te gaan genieten van de prachtige kunst en archeologische vondsten die Rome verder te bieden heeft.
Voor 10 euro kun je een van de vier locaties van het Museo Nazionale Romano bezoeken, maar voor 12 euro mag je ze in drie dagen alle vier bezoeken. Tsja, zo’n geweldig aanbod kan ik natuurlijk niet laten schieten. Hieronder zal ik van elk museum vertellen welke mooie dingen er te zien zijn die je niet mag missen.
1. Palazzo Massimo
Hoe kan het dat dit museum tot nu toe aan mijn aandacht ontsnapt is? Als je geen tijd of zin hebt om meer dan één museum te bezoeken, kies dan absoluut voor het Palazzo Massimo. Superhandig naast station Termini en ze hebben de meest geweldige kunstwerken uit de Romeinse tijd.
Ik ben begonnen op de bovenste verdieping, waar wat mij betreft de meest indrukwekkende zaal te vinden is. Het is archeologen namelijk gelukt om alle vier de beschilderde muren van de villa van Livia in Prima Porta hiernaartoe over te brengen. Livia was de vrouw van de eerste Romeinse keizer, Augustus, en haar villa net buiten de stad moet een van de meest luxe in zijn soort zijn geweest. Dat zie je ook wel aan de muurschilderingen, die zo mooi en kleurig zijn dat ze niet zouden misstaan in een moderne villa. Allerlei vogeltjes, kerstbomen, planten, grantaatappeltjes en blauwe lucht: voor een relaxmomentje moet je naar de bovenste verdieping van het Palazzo Massimo.

Op dezelfde verdieping vind je ook de prachtige schilderingen en mozaïeken van een Romeinse villa die ontdekt werd onder de Villa Farnesina in Trastevere en die waarschijnlijk in opdracht van Marcus Agrippa gebouwd is. Hij was de rechterhand van Augustus en heeft vele bouwprojecten in de stad gefinancierd, onder andere de eerste versie van het Pantheon.

Op de andere afdelingen is een indrukwekkende collectie van klassieke beelden en Romeinse mozaïeken te vinden. De mozaïeken waren zo mooi gaaf, kleurig en gedetailleerd dat ik er bijna niet weg kon komen om de beelden te gaan bekijken. Maar dat moet je uiteindelijk zeker wel doen, want dan kun je onder andere een prachtige marmeren kopie zien van de discuswerper en een beeld van keizer Augustus als hogepriester.
Je moet ook vooral de bronzen bokser op de begane grond niet overslaan. Als je goed kijkt, zie je dat hij even zit uit te rusten na een zwaar gevecht, want er loopt nog een klein straaltje bloed uit een wond op zijn gezicht. Hoe geweldig als je dat kunt gieten met brons!

Als klap op de vuurpijl kun je ook nog de bronzen onderdelen bekijken van de enorme drijvende paleizen die keizer Caligula had laten maken op het meer van Nemi net buiten Rome. Mussolini had het meer droog laten leggen om de twee schepen naar boven te halen. Dat lukte, maar helaas brandden de twee originele schepen af in de Tweede Wereldoorlog. Het zou kunnen dat er nog een derde schip op ons ligt te wachten op de bodem van het meer van Nemi, maar tot die tijd moeten we maar kijken naar de prachtige gedetailleerde bronzen versiering die Caligula overal op zijn boten had laten aanbrengen.
De thermen van Diocletianus zijn het grootste badhuiscomplex uit de Romeinse tijd. Een belangrijk gedeelte ervan is door Michelangelo omgebouwd tot de kerk Santa Maria degli Angeli en de ernaast gelegen kloostergang. Aan de ene kant is dat geweldig, want daardoor zijn het koudwaterbad (frigidarium), lauwwaterbad (tepidarium) en een deel van het enorme zwembad (natatio) mooi overgebleven. Aan de andere kant is het door de kerkvorm lastig om je voor te stellen hoe het ooit geweest moet zijn. Daarom is het toch de moeite om naar dit museum van de thermen te gaan, want hier is het veel beter voor te stellen hoe onmetelijk groot alleen het zwembad al moet zijn geweest.

Als je vanaf de entree de eerste de beste deur naar buiten neemt, kom je terecht in Aula VIII, vanwaar je een klein trapje naar beneden kunt nemen om met je voeten in het Romeinse zwembad terecht te komen. Zoals je op de kaart kunt zien, is dit stukje van het zwembad in de breedte nog niet eens de helft van het originele formaat en in de diepte ongeveer een kwart. Het eigenlijke zwembad moet dus ongeveer 10 keer zo groot zijn geweest als het stukje dat er nu over is. In combinatie met de gigantische hoogte van de muren moet je je vast heel klein hebben gevoeld als je hier een bad had genomen.

In de twee kloostergangen is een enorme hoeveelheid niet al te interessante Romeinse inscripties en beelden te vinden. Op de begane grond van het museum is een leuke tentoonstelling over de geschiedenis van het schrift, met onder andere een replica van de Fibula van Praeneste en de Lapis Niger, de oudste beginselen van het Latijn. Op de eerste verdieping vind je veel inscripties, waarvan de vroegchristelijke vooral leuk zijn, met hun combinatie van plaatjes en tekst. Dan is er nog de bovenste verdieping, die gewijd is aan prehistorische grafvondsten uit de regio Latium. Het museum is dus een beetje een bij elkaar geraapt zooitje, maar er zitten wel wat interessante dingen tussen. Tenzij je bovenmatig geïnteresseerd bent in inscripties, zou ik me lekker laten imponeren door de enormheid van de thermen en dan een lekkere espresso gaan drinken.
3. Palazzo Altemps
Het Palazzo Altemps is interessant vanwege de bijzondere collectie Romeinse beelden, maar ook vanwege het gebouw zelf. Om de hoek van Piazza Navona vind je dit mooie palazzo, dat in de 15e eeuw gebouwd werd door kardinaal Girolamo Riario. De huidige naam heeft het gekregen van de Oostenrijkse kardinaal Altemps, die het gebouw in de 16e eeuw in zijn bezit had. Vooral de binnenplaats en de beschilderde loggia op de eerste verdieping zijn de moeite van het bekijken waard.
Op de begane grond en de eerste verdieping vind je prachtige Griekse, Romeinse en Egyptische beeldhouwwerken, voornamelijk uit de collectie van de adellijke Romeinse familie Ludovisi. Een overzicht van de highlights vind je hier op Wikipedia. Wat je zeker niet moet missen is de Ludovisi-troon, een misschien nep, maar wereldberoemd Grieks reliëf van de geboorte van Venus. Ook de Ludovisi Galliër (een Romeinse kopie van een Grieks origineel) en de Ludovisi sarcofaag zijn echt schitterend.
4. Crypta Balbi
Je kunt Rome prima tien keer bezoeken zonder ooit in de Crypta Balbi te zijn geweest of zonder er zelfs ooit maar van gehoord te hebben. Toch is het geweldig hoe dit museum de complete geschiedenis van Rome tot nu toe weet te vertellen aan de hand van één Romeinse ruïne. De Crypta Balbi was namelijk een zuilengalerij achter het antieke theater gebouwd door Lucius Cornelius Balbus, een Romeinse politicus en legerleider uit de tijd van keizer Augustus.
Van het theater, dat het kleinste maar rijkst gedecoreerde van zijn tijd was, is helaas niets meer over. Een klein gedeelte van de zuilengalerij erachter is gereconstrueerd met behulp van metalen frames, waardoor je je toch nog iets voor kunt stellen van het formaat, maar erg veel is het niet. Toch is het de moeite waard om alle trappen van het museum af te lopen en er even onder te gaan staan (dat mag gewoon!). Altijd fijn om even op het Romeinse straatniveau te staan en je voor te stellen hoe het toen was. Je mag ook de opgravingen in de ruimtes ernaast bekijken van de Porticus Minucia Frumentaria, waar graan werd uitgedeeld. Er is niet veel meer van te zien, maar het is wel spannend om in je eentje ondergronds te gaan.

In het museum is de opgraving van de Crypta Balbi heel precies gedocumenteerd en duidelijk uitgelegd, ook in het Engels. Er is niet alleen aandacht voor de Romeinse tijd, maar ook voor de middeleeuwse kerken die later op deze plek stonden en er is een geweldige vitrine met alle gebroken potten en borden die op het terrein gevonden zijn, gerangschikt naar periode van nul tot nu. Het leukste vond ik het verhaal dat de ruïnes van de Crypta Balbi eerst beschouwd werden als de resten van het circus Flaminius, een Romeinse renbaan die eigenlijk wat verderop bij de Tiber lag. Pas in 1960 kwam deze fout aan het licht, doordat de echte locatie van het circus Flaminius werd ontdekt op de Forma Urbis Romae, een plattegrond van Rome uit de 3e eeuw.
Als je geïnteresseerd bent in Romeinse geschiedenis door de eeuwen heen, dan is dit museum zeker de moeite van het bezoeken waard. Of als je met kinderen bent, is het ook geweldig om de ondergrondse resten rustig te kunnen bekijken. Ik zag een klein blond meisje haar ogen uitkijken, dus misschien is zij wel een archeologe/historica in de dop. Ik heb zelf ook nog maar even extra geïnteresseerd gedaan om haar te motiveren 😉 Maar of je voor de Crypta Balbi 10 euro moet neertellen? Ik zou het niet doen.
Andere tips voor Rome buiten de gebaande paden, vind je hier.
Geweldig Manja! Nu wil ik ook naar Rome! Heel mooi omschreven!! groeten van Carel
Hoi Carel, wat leuk dat je meeleest en dankjewel voor je berichtje!
Groetjes, Manja