We zijn weer thuis! Afgelopen weekend hebben we al onze spullen in de auto geladen en zondag zijn we in één keer doorgereden van Verona naar Nederland. De 1200 kilometer die Verona hiervandaan ligt, hebben we in zo’n 13 uur afgelegd, inclusief pauzes. Ongelofelijk, vind je niet? Het was dan ook een bizarre ervaring.
Dat begon al toen we ‘s ochtends om 6 uur de deur achter ons dichttrokken. Zouden we over een paar uur weer terug zijn, omdat we worden tegengehouden bij de Oostenrijkse grens? Of zou dit definitief het einde zijn van ons driejarige Italië-avontuur? We hoopten maar op dat laatste, want de tijd om te vertrekken was nu wel echt gekomen.
Tijd om te gaan
Tot nu toe mocht Christo namelijk nog twee keer per week naar de universiteit komen om zonder contact met anderen zijn planten te verzorgen, maar dat was sinds vrijdag ook niet meer mogelijk. Ik was al twee weken het huis niet uit geweest, behalve om boodschappen te doen. Onze tandem stond verlaten in de garage, want op de fietspaden patrouilleerde het leger om iedereen een boete te geven die een tochtje of wandelingetje wilde maken. Op straat was het compleet uitgestorven, op een enkeling met een masker en plastic handschoenen na. Bij elk belangrijk kruispunt controleerde de politie of je niet zonder reden op straat was.
Allemaal noodzakelijke maatregelen, maar de sfeer begon behoorlijk grimmig te worden. Het thuisblijven trok een zware wissel op onze woonwijk en vanaf ons balkon was de angst en onzekerheid al te merken. Knallende ruzies, verhitte discussies, angstige telefoongesprekken, we konden overal van meegenieten. Om de angst te verlichten begonnen veel mensen meer te roken en drinken. Bij de tabaccheria was het opvallend druk en op de parkeerplaats van de supermarkt stonden mensen met treetjes bier aan hun voeten te zuipen. Eentje kon er al niet meer rechtop staan, dus die was maar op de grond gaan liggen. Wel op 1,5 meter afstand van elkaar hoor, dat dan weer wel.
Eigenlijk hadden we gepland om pas over een maand te vertrekken, want we wilden graag nog even genieten van al onze favoriete activiteiten en plekken in Verona: de bar aan de Adige, fietsen naar het Gardameer, het restaurant bij ons om de hoek, wandelen in het park rondom de stad en natuurlijk de prachtige Arena. Maar van genieten was natuurlijk geen sprake meer, dus besloten we dat we maar beter eerder konden vertrekken. We waren al blij met het idee dat we in Nederland even naar buiten zouden kunnen. De vraag was alleen: zouden we er komen?
De Brenner voor jou alleen
De avond van tevoren hadden we al braaf onze autodichiarazione in zitten vullen, waarop iedereen die nu in Italië de straat op gaat moet verklaren wat de reden daarvoor is. Je kunt kiezen uit: werk, noodzakelijk situaties zoals boodschappen doen of de hond uitlaten, gezondheidsredenen of terugkeer naar je eigen woonplaats. De Italiaanse politie was gelukkig nog niet wakker op zondagochtend om zes uur, dus uiteindelijk hebben we ons formulier helemaal niet nodig gehad.
Het leek überhaupt wel alsof er nergens nog iemand wakker was, want we hadden de hele Brennerpas voor ons alleen. Onvoorstelbaar, als je bedenkt hoe druk het daar normaalgesproken is. Het aantal auto’s en vrachtauto’s dat we tussen Verona en de Oostenrijkse grens zijn tegengekomen, was letterlijk op twee handen te tellen. Voor het grootste gedeelte was de weg helemaal leeg.
Over de grens
Eenmaal in de buurt van de Oostenrijkse grens begon het spannend te worden. We wisten dat we een formulier zouden moeten tekenen dat we niet zouden stoppen in Oostenrijk en we hoopten dat het daarbij zou blijven. Net voor de grens kwamen we ‘wegwerkzaamheden’ tegen, waarbij alle vrachtwagens over de snelweg mochten blijven rijden en de personenauto’s omgeleid werden. Er waren alleen helemaal geen vrachtauto’s, laat staan personenauto’s, dus wij dachten dat we misschien wel gewoon over de snelweg verder zouden kunnen rijden.
Wat een geluk dat we dat niet gedaan hebben! De ‘wegwerkzaamheden’ bleken namelijk de grenscontrole te zijn, die blijkbaar alleen voor personenauto’s gold. Ik denk niet dat de politie het ons in dank had afgenomen als we gewoon over de snelweg door waren gereden. Dan geef je wel heel erg het beeld dat je iets te verbergen hebt.
Wij kwamen dus netjes bij de grenscontrole aan, waar ook helemaal niemand was. Twee jonge vrouwen en een man lieten ons het formulier tekenen. Zouden ze de jonge mensen de rottige diensten toeschuiven, waarbij je op zondagochtend vroeg buiten in de kou moet staan? Of zou het zijn omdat jonge mensen vaak minder last hebben van het virus? Wat het ook is geweest, binnen vijf minuten waren we weg en begonnen we hoop te krijgen dat we Nederland zouden bereiken. Misschien zelfs vandaag nog, want het was inmiddels pas een uur of 8.
Terug van vakantie?
Binnen anderhalf uur waren we Oostenrijk ook alweer uit. De Fernpas, waar we normaal gesproken in een lange file over bochtige weggetjes moeten rijden, legden we nu af in het gezelschap van één klein vrachtwagentje, dat nog sneller door de bochten vloog dan wij. Toen kwamen we bij ons volgende obstakel: de Duitse grens. We hadden weinig informatie kunnen vinden over wie er doorgelaten zouden worden en wie niet, dus daar zaten we nog wel een beetje mee.
Onterecht, want bij de grens stond er maar één andere auto en de grenscontroleurs vroegen heel vriendelijk of we misschien op vakantie waren geweest. Toen we vertelden hoe de vork in de steel zat, vonden ze het een mooi verhaal, wensten ze ons veel succes en konden we weer verder. Dat had ons nog geen vijf minuten gekost.
Pas in Duitsland kregen we te maken met wat meer verkeer, maar nog steeds was het niet in verhouding met wat je normaal aan zou treffen. Opvallend was dat zelfs de toiletten langs de snelweg, waar je normaalgesproken zo’n kortingsbonnetje moet kopen dat je nooit gebruikt, nu gratis toegankelijk waren. Dit zodat iedereen op elk gewenst moment goed zijn handen zou kunnen wassen. Wat een goed initiatief!
Een elleboogje
We wisten dat we met ons Nederlandse paspoort geen problemen zouden krijgen aan de Nederlandse grens. Maar dat er helemaal geen enkele controle zou zijn, dat hadden we niet verwacht. Blijkbaar denkt de Nederlandse overheid daar toch anders over dan de Duitse en Oostenrijkse. Wij konden dus snel doorrijden en rond een uurtje of zeven waren we thuis en konden we onze familie in de armen sluiten.
Of nou ja, eigenlijk dus niet. Want ook al zijn we de afgelopen weken met niemand in Italië in contact geweest, we willen het virus hier in Nederland ook niet onnodig verder verspreiden, mochten we het toch ergens hebben opgelopen. Dat werd dus een elleboogje in plaats van een dikke knuffel met mijn moeder die ik vier maanden niet had gezien. Het klinkt misschien dramatisch, maar ik kon wel janken. Waarschijnlijk ook van alle stress die zo’n emigratie op stel en sprong toch ongemerkt met zich meebrengt.
Andrà tutto bene
Nu is het dus tijd voor twee weken zelfquarantaine, aangezien zelfs de medewerker van de gemeente die ons in moet schrijven al bijna een paniekaanval kreeg toen we vertelden dat we uit Italië kwamen. Wij kunnen ons wel gezond voelen en weten dat we al weken niemand hebben gezien, maar de associatie met Italië is nu niet meer pizza, ijsjes en vakantie, maar coronavirus, noodsituaties en angst. Wel heel anders dan hoe we onze remigratie hadden voorgesteld.
Het lijkt erop dat de situatie in Italië zich nu aan het stabiliseren is. Het aantal besmettingen is in de afgelopen dagen in ieder geval ongeveer gelijk gebleven in plaats van toegenomen. Daar zijn we ontzettend blij mee, want het voelde ergens wel hard om onze buren en collega’s achter te laten in deze noodsituatie en zelf lekker naar Nederland te vluchten. Niet dat de omstandigheden hier nu optimaal zijn, maar dat het een stuk beter is dan in Italië, is overduidelijk.
Ook al kunnen we alleen maar hopen dat de situatie in Nederland onder controle blijft, begin ik nu wel te geloven in de boodschap van de Italiaanse kinderen. Zij hebben massaal vlaggen beschilderd die overal in Verona en Italië aan de balkons hangen: een regenboog met daaronder de tekst ‘Andrà tutto bene’, het komt allemaal goed.
Deze blog heb ik eerder gepubliceerd op ditisitalie.nl, het online Italië-magazine met Italiënieuws, leuke verhalen, wetenswaardigheden, tips, recepten, campings, vakantiehuisjes, reizen en van alles meer over Italië.
Ik heb aan jullie gedacht de afgelopen tijd. Wat ontzettend fijn dat het allemaal goed verlopen is!
Wij zijn (of waren?) dit jaar van plan naar Italie te emigreren en wij zijn ontzettend blij dat we in de luxe positie zitten gewoon te kunnen kiezen wanneer we het veilig en prettig genoeg vinden om alsnog te gaan. Misschien zal dat niet al in september zijn, zoals gepland. Maar zoals heel Italie zegt: Andrà tutto bene!
Sterkte de komende tijd in NL met deze gekke terugkeer. Dat alles snel maar weer ‘normaal’ mag worden en je Weer ongestoord kunt genieten.
Liefs,
Annemarie
Hoi Annemarie,
Dankjewel voor je lieve bericht! Ik hoop dat de situatie snel weer beter wordt en dat jullie alsnog een hele mooie tijd in Italië gaan beleven, al loopt het misschien niet helemaal zoals gepland.
Hoi Manja en Christo,
Wat fijn dat het gelukt is om terug naar NL te komen. Ik hoop dat deze corona ellende spoedig in intensiteit afneemt zodat we gezellig wat kunnen gaan eten.
Liefs
Hoi agent p,
Dankjewel, wij hopen het ook! Zodra het kan, komen we snel een keertje langs.
Hoi Manja, ik ben gaan kijken op je blog om te zien hoe het met jullie gaat. Heel fijn te lezen dat het goed gaat en jullie gezond terug zijn in Nederland! Groetjes Simon Slijkhuis
Hoi Simon, wat leuk om van je te horen! Hoe gaat het met jou/met jullie? Ik hoop dat het een beetje lukt met onderwijs geven vanuit huis. Heel veel succes in ieder geval de komende tijd en groetjes aan Janou.