Spring naar inhoud

Mijn favoriete Italiaanse verklein- en vergrootwoorden

Het allermooiste aan de Italiaanse taal vind ik dat deze zo flexibel is. Je kunt aan woorden van alles vastplakken en dan krijgen ze opeens een hele andere betekenis. Het Italiaans heeft bijvoorbeeld naast verkleinwoorden (fiets - fietsje), ook vergrootwoorden. Om een woord te vergroten moet je er -one achter plakken. Soms maakt dit de betekenis van het woord letterlijk groter, maar soms gaat het ook een hele andere kant op. Kijk maar:

Bacio = zoen               bacione = dikke zoen
Barba = baard            barbone = zwerver
Strega = heks             stregone = tovenaar

De Italiaanse verkleinwoorden (die kunnen eindigen op -ino/a, -etto/a, ello/a en nog een aantal andere varianten) klinken precies zoals wat ze betekenen, iets kleins en schattigs:

Cucchiaio = lepel                       cucchiaino = theelepel
Cappuccio = kap/capuchon     cappuccino = kapje / cappuccino
Telefono = telefoon                  telefonino = mobiele telefoon (ook wel cellulare)
Casa = huis                                 casetta = (vakantie)huisje

Cappuccino betekent dus letterlijk 'kapje'. (c) Wikimedia, J. McIntosh

Er zijn ook woorden waar je zowel een kleine als een grote versie van kunt maken. Zo betekent cena avondeten, maar is een cenone een feestmaal, bijvoorbeeld met kerst of oud & nieuw. En met een cenone bedoelen de Italianen ook echt een cenone, met zo veel gangen dat wij het ons bijna niet kunnen voorstellen. Maar je hebt ook een cenetta, een romantisch etentje, het liefst a lume di candela (bij kaarslicht). Zo kun je van één woord twee andere woorden maken, alleen door het einde te veranderen.

Dit is ook heel handig om te weten als het om etenswaren gaat. Denk bijvoorbeeld eens aan tortelli, gevulde pastaatjes, die als ze wat kleiner zijn tortellini heten en als ze een flink formaat hebben juist tortelloni genoemd worden. Of het Italiaanse woord voor peper, pepe. Daar kun je een grote variant van hebben, een peperone, dat is een paprika. Of juist een kleine, een peperoncino, wat dus juist een pittige rode chilipeper is. Niet te verwarren met pepperoni met dubbel p, want dat is geen Italiaans woord, maar Amerikaans voor pittige salami.

Een bijzonder woord is de naam van Italiaans kerstbrood: panettone. Het is afgeleid van pane (brood) en heeft zowel het verkleinende -etto als het vergrotende -one erachter staan. Een groot broodje dus en als je de panettone ziet, kun je je bij die naam ook wel wat voorstellen:

(c) Wikimedia, Nicola

Maar mijn favoriete achtervoegsels is wel -accio/a, waarmee je aan kunt geven dat iets verschrikkelijk is. Heb je een vreselijke dag achter de rug? Dan was het geen giornata, maar een giornataccia. Ben je helemaal klaar met je werk of heb je geen zin in een bepaalde klus? Dan is het geen lavoro, maar een lavoraccio, rotwerk of een rotklus. En wat als je ditzelfde doet bij parola (woord)? Dan krijg je een parolaccia en dat kun je je oma maar beter niet laten horen, want parolacce zijn scheldwoorden. Zo kun je dus spelen met Italiaanse woorden alleen door de laatste paar letters te veranderen. Wat is de Italiaanse taal toch mooi.

2 gedachten over “Mijn favoriete Italiaanse verklein- en vergrootwoorden

    1. Manja

      Ja hè? Ik ben ook echt fan van deze woorden. Gelukkig zijn het meestal dezelfde woorden die je verkleint, dus hoef je niet van elk woord te leren hoe het precies moet, dat scheelt!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *